Wintertips
- Zorg voor voldoende bandenspanning
- Pas uw snelheid aan
- Rijd in een zo hoog mogelijke versnelling
- Altijd meteen ontkoppelen bij het minste verlies van grip
- Maak zo min mogelijk stuurbewegingen
- Als het gevoel ontstaat dat de auto niet meer onder controle is: direct ontkoppelen en remmen
- Gebruik vier sneeuwkettingen en oefen vooraf de montage
- Bedenk: een auto met ABS heeft bij sneeuw meestal een langere remweg dan een auto zonder ABS
Bereid uw auto tijdig en goed voor
- Zorg dat u voldoende winterspullen in huis hebt (krabber, wisser, dakhoes e.d)
- Controleer de bandenspanning en profieldiepte, de juiste spanning vindt u in het instructieboekje
- Zorg voor schone koplampen en achterlichten
- Gun uw auto een (winter)beurt
- Laat winterbanden monteren
Eerst krabben, dan starten
- Voorkom bevroren ruiten door een dakhoes.
- Eerst krabben, dan pas de motor starten.
- Zet de ventilator op de hoogste stand, de kachel op de warmste stand en gericht op de voorruit.
- Rij direct na het starten rustig weg.
- Gebruik een schone wisser of doekje.
Rij veilig en energiebewust
- Houd extra afstand in het verkeer
- Rij geleidelijk, niet abrupt remmen of versnellen.
- In oudere auto\'s, zo kort mogelijk de handchoke gebruiken